De controller zorgt voor de besturing van de robot: het uitvoeren van bewegingen, de communicatie met de buitenwereld, de veiligheid én de koppeling met software en bedieningspanelen. Volgens de IFR moet een industriële robot automatisch bestuurd en herprogrammeerbaar zijn, zonder fysieke, mechanische of elektrische aanpassingen. Die flexibiliteit zit ingebouwd in de controller.
Een robotcontroller bestaat uit twee hoofdonderdelen:
-
Control Module – het besturingscentrum van de robot met: de hoofdprocessor (de ‘main computer’), de veiligheidsbesturing (safety panel), de voeding, communicatiemogelijkheden zoals USB, LAN en I/O-modules,en de interface met de FlexPendant – het handheld bedieningspaneel.
-
Drive Module – stuurt de motoren aan die de robotbewegingen mogelijk maken.
Samen vormen deze modules de hardware en software die de robot aanstuurt, uitleest en veilig laat samenwerken met mens en machine.